Nuchterheid won het van Spaanse bravour

Jan Penterman speurt in landschap Groenlo naar restanten van oude aanvalslinies .

Door Harrie Blanken
Lichtenvoorde

„Bij de verovering van, Grol in 1627 door Frederik Hendrik heeft de Nederlandse nuchterheid en slimheid’ het gewonnen van de Spaanse bravour. Frederik Hendrik was niet alleen een knap veldheer, maar ook een groot diplomaat. ‘De slag om Grol’ was de grootste en best voorbereide aanval, die ooit in het Oostgelderse heeft plaats gehad.”
Dit vertelt Jan Penterman uit Lichtenvoorde. Al veel jaren achtereen speurt hij in het landschap naar overblijfselen van de aanvalslinies, die in 1627 in een grote boog rondom Groenlo waren gemaakt om vandaaruit de `starcke veste Groll’ op ,de knieën te krijgen. De aanvalsring met een lengte van wel 35 kilometer, moest ook dienen om aanvallen in de rug te voorkomen en om voedseltransporten naar de stad af te snijden.

Interesse .
Penterman is een actief lid van de Zieuwentse oudheidkundige vereniging. Vanaf de oprichting legde hij een grote interesse voor oude vesting- en verdedigingswerken aan de dag. „Omdat Groenlo als stad het dichtst bij Zieuwent ligt en daar fraaie vestingwerken zijn geweest, heb ik me daar op gegooid. Niet iedereen hier weet dat allemaal even goed te waarderen”, constateert Jan nuchter, „en in Grolle denken ze wellicht: „Wat weet die kerel daar nou van, hij is niet eens een van ons.” Maar Jan Penterman wordt door de oudheidkundige vereniging Groenlo met open armen ontvangen. Al twee keer gaf hij een diavoorstelling over Grol en de belegeringen en beide keren keken heel wat Grollenaren met rode oren en vol bewondering naar het resultaat van zijn naspeuringen. „Jan weet er gruwelijk veel van”, werd geconstateerd.

Stafkaarten.
Jan bestudeerde de gevechtstechnieken, die bij aanvallen op vestingen werden toegepast. Hij is vertrouwd geraakt met oude stafkaarten. Aan de hand van deze kaarten verricht hij metingen in het veld. Hij vergelijkt en zoekt naar aanknopingspunten in het landschap. Op zijn tochten door de natuur vindt hij altijd wel wat. Ook vanuit een vliegtuig heeft hij al eens luchtfoto’s en dia’s gemaakt. Aan verkleuringen in het veld en aan bepaalde vormen van bospercelen of singels is te zien waar die aanvalslinies hebben gelegen. Het blijkt vaak dat de geevens van de stafkaarten heel nauwgezet over eenkomen met foto’s en dia’s van nu. Toch zijn de aantekeningen op de kaarten veelal met ‘passen afgetreden’, zoals dat ook gebeurd is met de kaart, die voor het beleg van Grol in 1627 door Meester Dankers de Rij, landmeter der Stadt Amsterdam, op Schale van 500 passen’ is gemaakt. Uit deze kaart blijkt dat er aan de oostkant zelfs een dubbele linie is aangelegd, omdat daar de troepen van Frederik Hendrik de kans liepen in de rug te worden aangevallen door Graaf van „den Berg, die vanuit Wezel met 15800 man voetvolk en 4000 ruiters van Wezel opgerukt was naar een plek ergens tussen Grol en Vreden. Frederik Hendrik had, in een grote boog rondom Grol en verspreid over meerdere legerkwartieren, waaronder de grootste in de buurt van Erve Kots in Lievelde, een troepenmacht van zo’n veertigduizend man gelegerd.

Landmeters .
Penterman vertelt dat de stafkaarten van de Spanjaarden heel wat nauwkeuriger zijn dan die van de Hollandse landmeters. „De Spanjaarden, die bij Grol gelegerd waren, hadden tussendoor, wanneer er niet gevochten werd, tied zat’ om met de duimstok het buitengebied te verkennen. Zij kenden elk heuveltje en singeltje”, aldus Jan Penterman.
Na een intensieve voorbereiding begon Frederik Hendrik op 19 juli 1627 aan de grote aanval op Grol. Op 19 augustus 1627 gaf de bekwame kwame, grijze Mathijs Dulcken zich over. Met zijn 1200 soldaten in de stad was hij voordien in slaap gesukkeld.
Nadat jaren daarvoor Prins Maurits (de broer van Frederik Hendrik) tot twee keer t oe tevergeefs geprobeerd de stad te veroveren, verwachte Dukcken geen aanval meer.
Veel doden waren er te betreuren en bijna honderd huizen brandden af. Bisschop Philippus Rovenius, die toevallig in Groenlo was, mocht de stad ongehinderd verlaten. Hij nam heel wat kerkschatten mee, die nooit meer terug zijn gebracht.

Deze ‘perfekte afteykeninghe van de gelegenheyt ende belegeringe ‘der starcke Stadt Groll’ werd in 1627 gemaakt door Cornelis Danekerss de Rij en geeft een goed beeld van de grote aanvalslinie, die door Frederik Hendrik in een grote boog om de stad Groll is getrokken. De (Engelsche) schans, uiterst links onder is de huidige Besselinkschans. Iets naar boven het grote legerkwartier (van Frederik Hendrik zelf) in de buurt van Erve Kots. Andere legerkwartieren bevonden zich onder meer in de buurt van boerderij Mensinck in Zwolle (rechts onder) en Bovenvenaan in het midden in de buurt van Laarberg en Eibergseweg rechts De Hollandsche schans. Op de kaart staan ook de profielen van verschillende soorten schansen, hoornwerken en redoutes (kleine veldschansen).

Plekenpol.
Mathijs Dulcken ging naar zijn bezittingen in Winterswijk. Hij was daar in 1621 hertrouwd met Hartlieb van Neheim, die daar op de Plekenpol Woonde. Terwijl Prins Frederik Hendrik met zijn bevelhebbers nog dertig dagen in de stad bleef, werden van staatswege 40.000 goudguldens beschikbaar gesteld om de vestingwerken, stadpoorten en bruggen te herstellen en om de gracht uit te diepen. Veel Spanjaarden wilden na de veldslag niet meer weg en bleven in Groenlo. Jan Penterman is onder de indruk van de krijgskunst van Frederik Hendrik. Deze veldheer koos als één van de eersten ,vanuit een voorafgemaakt cirkelvormige aanvalslinie waardoor hij Grol, toch een van de sterkste vestingen van Nederland, kon veroveren. Deze tactiek is later veelvuldig toegepast. Want na de gewonnen slag om Grol begon Frederik Hendrik aan zijn grote zegetocht. Hij ververoverde achtereenvolgens ‘s Hertogenbosch, Venlo, Roermond, Maastricht, Breda, Sas van Gent en Hulst. “In die dagen was de contra-reformatie al zover op gang gekomen, dat al deze plaatsen rooms zijn gebleven”, aldus Jan Penterman.

Jammer.
Penterman vindt het jammer dat Groenlo niet meer munt slaat uit het feit dat het een vestingstadje is.  Hier en daar kunnen oude vestingwerken wel weer in ere worden hersteld.. Blij is Penterman met het initiatief van de MAC om de Besselinkscháns weer oude glans te geven. „Het is rondom Groenlo de enige schans, die nog bijna volledig intact is.”

Bron: De Gelderlander
Collectie: G.H.E. Halink