De vestingstad Grol. Geschiedenis van de vestingwerken van Groenlo, door drs. J.E. van der Pluijm. Uitg: Oudheidkundige Vereniging Groenlo. 101 pagina’s met 37 kaarten. ISBN 90.801225.6.4
Dat Groenlo een rijke geschiedenis heeft, is makkelijk te zien tijdens een bezoek: kanon en grachten maken duidelijk dat Grol ene vesting is geweest. Joep van der Pluijm is in de geschiedenis van de vesting gedoken, en beschrijft de ontwikkeling van de verdedigingswerken. Dat levert een doorwrocht boek op. En dat doorwrochte heeft tegelijkertijd een nadeel: het beïnvloedt de leesbaarheid. Die leesbaarheid staat trouwens al onder druk van de uitvoering, zeg maar het uiterlijk. ‘De vestingstad Grol’ heeft namelijk een oblong-formaat, zeg maar een ‘liggende’ A4-tje. Dat is een bewuste en ook verantwoorde keuze, omdat er veel kaarten zijn opgenomen. In dat formaat zijn die beter te bekijken. Maar door de keuze voor een slappe kaft leest dat niet makkelijk. Vooral niet omdat de schrijver van de lezer verlangt dat deze in het boek gaat bladeren. De talrijke verwijzingen naar de kaarten verderop in het boek noodzaken om telkens op zoek te gaan naar de bedoelde kaart. Als je in je favoriete stoel zit leest dat gewoon niet prettig. Voor een inhoudelijk sterke uitgave als dit is dat een gemiste kans. De moeite die de lezer moet doen om deze uitgave te lezen zorgt er eigenlijk voor dat de geschiedenis van de Grolse vestingwerken veel ingewikkelder lijken dan ze in werkelijkheid waren. En dat is jammer. Want ondanks de wat moeilijk leesbare stijl van de auteur is het een prachtig boek, voor wie van Grol of van kaarten houdt. Het boek is namelijk heel grondig opgezet. De bouw van de aarden wallen en stenen muren en bastions wordt beschreven vanaf de 13e eeuw tot het begin van de 17e eeuw. Dat was de periode waarin de wallen noodzakelijk (maar niet altijd afdoende) waren voor de bescherming van de stad Grol. Dat was de periode waarin er op gezette tijden in de bescherming werd geïnvesteerd. Door wisselende partijen trouwens, Van der Pluijm maakt vaak duidelijk wat er werd betaald, door wie en met welk doel. Na 1674 was het afgelopen met de vestingwerken. Ze bleven weliswaar staan, maar, er werd geen geld meer voor het onderhoud uitgetrokken.
De Veste Grol anno 1627, tijdens het beleg van Frederik Hendrik. In plaats van de in 1627 aanwezige aarden omwalling is de 16e eeuwse muur getekend. De bastions zijn imposant afgebeeld, in werkelijkheid waren ze kleiner. Illustratie uit: De vestingstad Grol
Aan het eind van de 18e eeuw waren de wallen al als tuingrond verhuurd. In 1826 verdween de (inmiddels) vervallen Lievelder Poort, drie jaar later werden de oude muren bij de Beltrumse en Lievelder Poort geslecht. Halverwege de vorige eeuw werden grond en stenen van de wallen gebruikt voor de bouw van klooster, kerk en gasthuis. Het materiaal werd ook gebruikt voor het verharden van de weg naar Lichtenvoorde (over de verhouding met die buurman verscheen dit jaar ook nog een boek).
Wie de moeite neemt om ‘De vestingstad Grol’ te lezen, stuit gelukkig op een nauwkeurig geschreven geschiedenis van de vestingwerken van deze eens zo belangrijke Achterhoekse stad. Het boek toont aan dat iedereen die in Grol de spade in de grond steekt, moet weten dat hij letterlijk in de geschiedenis zit te wroeten. Want ondanks dit doorwrochte werk blijven er nog onbeantwoorde vragen over de geschiedenis van Grol over.
Bron: De Gelderlander
Collectie: G.H.J. Halink