Grillige loop stadsmuren.
Door onze verslaggever
Groenlo 12-12-1985
De oude stadsmuren op het terrein waar de Canisiusschool en de brandweergarage hebben gestaan, hebben een grillige loop.
„Er is nog geen touw aan vast te knopen”, zegt Godfried Nijs, die samen met Bennie Dechering al enkele dagen bezig is geweest om de oude muren bloot te leggen en in kaart te brengen. „Iedereen denkt dat de stadsmuur parallel heeft gelopen met de gracht, maar uit de opgravingen is nu wel ge-bleken, dat de muren vaak loodrecht op elkaar staan en in de richting van het centrum gaan”, aldus de gravers. De leden van de Archeologische Werkgroep, een afdeling van de oudheidkundige ver-eniging Groenlo, hebben de pech van hun leven, want eerder dan verondersteld werd, begint aannemer Reukers met de funderingswerkzaamheden voor de bouw van de 43 huizen op de oude Canisius plek. Het was overigens wel bekend, dat bij de school nog flinke stukken stadsmuur in de grond zitten. Bij het boren van gaten voor het storten van betonpalen werd op de meest vreemde plekken muurwerk in de grond aangetroffen. „De boormachinist werd er , bijna tureluurs van. De boor moest nogal eens wordt verplaatst om aan een nieuw gat te beginnen. Er was ook nogal wat schade aan de boorinstallatie”, aldus een van de medewerkers van Reukers. De oude kloostermoppen, die aan de muren zijn verwerkt, werden eeuwen geleden gebakken in de talrijke . veldovens, waaraan vooral Zwolle rijk was.
Menige boer had bij zijn huis zo’n oven. In Zwolle hadden de steenbakkers leem als grondstof voor het opscheppen. Daarvan werd een kloostermop van goede kwaliteit gebakken. De Zwollenaren hadden aan de Grolse vestingbouwers goede klanten, want daar zijn miljoenen stenen verwerkt.
Graaf werk
Het metselwerk van de stadsmuren ziet er ook diep in grond heel verzorgd uit. In de hoeken is vaak met een profiel gewerkt. Voor de leden van de Archeologische werkgroep is het bijzonder jammer, dat op het terrein de resten van de muren niet volledig in kaart kunnen worden gebracht Was dit wel het geval dan had men een indruk kunnen krijgen over de verdedigingswerken aan de oostkant van Groenlo. Aan de straatkant loopt onder het trottoir langs de Nieuwestraat ook nog een stuk stadsmuur. Dit werd vastgesteld toen daar grondwerkers een nieuwe koppeling voor de riolering maakten. „De gemeente heeft ons toestemming gegeven daar nog eens te graven”, aldus God-fried Nijs. Door het vertrek van enkele leden is de werkgroep sterk uitgedund. „We zijn nog maar met een paar man overgebleven”, zegt Godfried Nijs. Hij en zijn maat Bennie Dechering hebben zich vooral op het blootleggen van de stadsmuren toegelegd.
Bij de Menno van Coehoornstichting wordt geïnformeerd hoe de verdedigingswerken zijn geweest. „Wellicht ligt hier of daar nog een oude tekening”, oppert Godfried. Ook aan de andere kant van Groenlo, in de omgeving van het gebouwencomplex van Ziekenzorg, zit de grond vol muurresten. Dit bleek, toen daar in 1969 een tunnel werd gemaakt als ondergrondse verbinding tussen bejaarden/verpleeghuis en het ziekenhuis. Er moest enkele dagen achtereen worden gewerkt om daar een stuk stadsmuur op te ruimen. „Wanneer dat oude muurwerk wordt blootgelegd, veranderen de zachte en bijna elastische kloostermoppen op slag in een stuk keihard ‘beton’.
Bij de bouw van het verpleeghuis kwamen oude muren tevoorschijn, waarop eens het Bagijnenbolwerk moet hebben gestaan. Jan Bieleveld van Bouwbedrijf Reukers constateerde toen dat het muurwerk aan de binnenkant was afgezet met opgestapelde heide-plaggen. Deze plaggen moesten een extra steun aan de fundering geven.
Bron: De Gelderlander 12-12-1985
Collectie: G.H.E. Halink